Het Parool
Het voormalig huis van de Joodse schrijver Etty Hillesum is officieel gered van de sloop. De gemeente heeft het huis aangewezen als monument. Wethouder Meliani: ‘Het huis is belangrijk erfgoed voor Amsterdam.’
In het huis aan de Gabriël Metsustraat in Zuid, op nummer 6, schreef Hillesum (1914-1943) vanaf maart 1941 haar befaamde oorlogsdagboeken. Toen ze 29 was, vertrok Hillesum naar Westerbork. In 1943 werd ze in Auschwitz vergast. Een selectie uit haar dagboeken is in 1981, 38 jaar nadat ze was vermoord, gebundeld onder de titel Het verstoorde leven.
Hillesum, geboren in Middelburg, schreef in haar dagboeken over de liefde, haar relaties en vriendschappen, de oorlog en het bestrijden van haatgevoelens. Ook het huis werd genoemd, dat is gelegen aan het Museumplein. Door haar raam zag ze de ijsbaan en het Rijksmuseum. ‘Al drie jaar leef ik in deze kamer, ik ben dankbaar voor iedere dag, dat ik er leef en werk.’
Nieuwbouw
Wethouder Touria Meliani (Monumenten en Archeologie): “De dagboeken van Etty Hillesum zijn niet alleen persoonlijke documenten, maar bieden ook belangrijk inzicht in hoe Joden in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gediscrimineerd en vervolgd.” Bovendien is het huis volgens de wethouder belangrijk erfgoed voor de stad en ‘verdient daarom bescherming’.
Het pand, een voormalige stalhouderij met koetsverhuur, dreigde te worden gesloopt. Een vastgoedinvesteerder wilde er nieuwbouw neerzetten. Hiertegen maakten verschillende erfgoedverenigingen en maatschappelijke organisaties bezwaar, onder andere met een petitie. In een brief in het Parool noemde SP-gemeenteraadslid Tiers Bakker het pand ‘werelderfgoed’ en een ‘unieke plaats’ om Amsterdam in oorlogstijd te blijven herinneren.
Met succes. Op 21 april startte het stadsdeel Zuid een spoedprocedure om het pand tot gemeentelijk monument aan te wijzen. Nu dat is gelukt, rust er bescherming op en kan het niet worden gesloopt.